Aanpassingswet euro
Artikel 5
[Wijzigt de Huursubsidiewet.]
Hoofdstuk 12. Overgangs- en Slotbepalingen
Artikel 1
Indien het bedrag van een door een bestuursorgaan op te leggen geldboete, dan wel van een tuchtrechtelijke geldboete, ingevolge deze wet of een ander wettelijk voorschrift in verband met de vervanging van de gulden door de euro wordt gewijzigd, is artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2
Deze wet en andere wettelijke voorschriften in verband met de vervanging van de gulden door de euro brengen geen wijziging in de bevoegdheid van de rechter om kennis te nemen van een zaak die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aanhangig is gemaakt.
Artikel 3
Indien voor 1 januari 2002 beroep bij de administratieve rechter is ingesteld, blijft het recht zoals dat voor dit tijdstip gold, van toepassing ten aanzien van het verschuldigde griffierecht of de te stellen zekerheid.
Artikel 3a
1
Bij de omzetting in euro van door het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap bij wettelijk voorschrift vastgestelde geldbedragen, wordt het bedrag in euro zoveel mogelijk vastgesteld op het overeenkomstig verordening (EG) nr. 1103/97 van de Raad van de Europese Unie van 19 juni 1997 (PbEG L 162) berekende equivalent van het bedrag in guldens.
2
Indien verdere afronding noodzakelijk is, wordt het bedrag in euro zoveel mogelijk zodanig vastgesteld, dat de burger van de afronding geen nadeel ondervindt.
3
In afwijking van het eerste en het tweede lid kan in bijzondere gevallen en gemotiveerd bij wettelijk voorschrift een ander bedrag in euro worden vastgesteld.
4
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de omzetting in euro van geldbedragen die bij wettelijk voorschrift zijn vastgesteld door een gemeenschappelijk orgaan of een bestuursorgaan van een openbaar lichaam dat met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen is ingesteld.
Artikel 4
1
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2002
2
Indien het bij koninklijke boodschap van 2 maart 2000 ingediende voorstel van wet, houdende tijdelijke regels inzake het raadgevend correctief referendum (Tijdelijke referendumwet) (Kamerstukken II, 2000-20 001, 27 034) tot wet is verheven en deze wet is bekrachtigd op of na de datum waarop de Tijdelijke referendumwet in werking is getreden, treedt deze wet onder toepassing van artikel 16 van de Tijdelijke referendumwet in werking met ingang van 1 januari 2002.
Artikel 5
Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet euro.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 27 september 2001
Beatrix
De Minister van Financiƫn, G. Zalm
De Minister van Justitie, A. H. Korthals
Uitgegeven de eerste november 2001
De Minister van Justitie,
a
H. Korthals
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.